Hoi en welkom aan de 5 nieuwe leden van deze nieuwsbrief sinds vorige week! 👋🏻 Ik vind het oprecht heel gaaf dat je de moeite neemt deze nieuwsbrief überhaupt te openen, laat staan deze intro te lezen en misschien zelfs nog 1 of 2 alinea’s meer. Alles is ok, zolang het je wat brengt - een rustig lees- of leermoment, een korte pauzeknop ter reflectie of motivatie om zo je telefoon, tablet of laptop weg te leggen en nog even naar buiten te gaan om te sporten en van de natuur te genieten. Hope you enjoy it 🫶🏻
De finish halen is soms niet genoeg
Terwijl half Utrecht haar Singelloop deed of ernaar keek, stonden ik met 179 mede-trailrunners aan de startlijn van de jaarlijkse Devil’s Trail op de Utrechtse Heuvelrug. Hoewel ik me eigenlijk had ingeschreven voor de 36 km, wilde ik de Atletiekwedstrijd van m’n oudste dochter niet missen. Gelukkig kon ik van afstand wisselen en zo m’n dochter zien verspringen en kogelstoten, racen naar Doorn om 10 minuten voor de start m’n startnummer ophalen, sanitaire stop maken en go!
Voor mij was de Ultraks in Zermatt (uiteindelijk 42km, 2800 hoogtemeters) een echte de-finish-bereiken-is-al-een-hele-prestatie affaire. Geen vezel in mijn lichaam twijfelde er dus aan of ik de relatief vlakke Devil’s Trail zou kunnen uitlopen - zeker de 26 km met nog geen 300 hoogtemeters. Dus ik had me voorgenomen om, net als m’n dochter bij haar atletiekwedstrijd, alles te geven om een goede tijd neer te zetten.
Vrees het beest in de mist (deel 1)
Ik ervaar weleens een schroom om alles te geven. Ik heb dan het ongegronde gevoel in het onbekende te stappen, niet wetende wat ik teweeg zal brengen. Is het de angst om erachter te komen wat ik niet kan? Of voor wat ik juist wel kan? Of kan ik mezelf mentaal harder pushen dan ik fysiek aankan - wetende dat je hoogste prestatie een functie is van hoeveel pijn je wilt leiden? Het is waar dat ik tijdens de enkele zware kilometers tegen het einde, het beeld van m’n Atletiekende dochter visualiseerde en daarmee m’n mentale vermoeidheid onder het tapijt-der-wilskracht veegde (het is er wel, maar je ziet het niet).
Racedoel: 27 km in 2:24u (<5:20 min/km)
Een deel is ook gewoon onervarenheid - ik loop meestal voor m’n plezier, om de finish te bereiken, in de natuur te zijn. Niet om een tijd neer te zetten. Ik had als doel gemiddeld tussen de 5:10 en 5:20 min/km te lopen en dus binnen 2 uur en 24 minuten te finishen (de race is 26 km, maar bleek er 27 te bevatten wegens wat omgevallen bomen).
De 179 deelnemers waren opgesplitst in 3 groepen en ik liep van mijn groep lange tijd in de top 3 en later in de top 2, samen met Samuel die ik daar al lopend heb ontmoet. Alleen al zo voorop lopen was een ervaring. In m’n hoofd was het makkelijk te fantaseren dat ik in de kopgroep liep van al de 179 renners, terwijl dat rationeel gezien redelijk onwaarschijnlijk was.
Raceanalyse: 27 km in 2:28u (5:26 min/km)
Zie hieronder de race analyse en hier de hele strava activity. Gaaf om te zien hoe consistent de eerste 3 kwarten van de race waren: 35:25, 35:49 en 35:58 min. Ik liep gem. 5:26min/km en dus langzamer dan ik wilde. En dat kwam vooral omdat ik over de laatste kwart bijna 39 minuten deed.
Specifiek: bij kilometer 23 kakte ik compleet in. Gelukkig was er tussen kilometer 24 en 25 was nog een drinkpost, waar ik even de tijd had genomen op adem te komen en m’n drinkfles bij te vullen en dat hielp! Terugkijkend vermoed ik net te weinig gedronken te hebben (terwijl ik genoeg bij me had) én weer te weinig zout! Het was echt warmer dan ik had verwacht. Dus meer zweet. Dus meer drinken en zout nodig… Stom! Learning voor next time - ik ga gelijk elektrolyttabletten bestellen.

Zoals zo vaak gingen de laatste kilometer stukken beter - ofwel door die korte break en extra vocht ofwel door de mentale boost die je krijgt als je weet dat je er bijna bent. Er stond een camera te draaien waarop je me kunt zien finishen en heb er gelijk een muziekje achter gezet 😊.
Vrees het beest in de mist (deel 2)
Daarna gelijk naar huis om te douchen om met m’n gezin nog van de zondag te genieten. Ik liep echt langzamer dan ik had gewild en was vooral wat gedesillusioneerd door die 3-4 km waar ik het echt zwaar had. Maar twee dagen later las ik 8e te zijn geworden (van de mannen, 12e overall). En grappig genoeg maakt dat m’n zelf-oordeel wat positiever.
Het was echter in die loodzware 3-4 km waar ik me gevoelsmatig op de grens begaf van wat ik wil en wat ik kan. De grens waartussen een soort donkere mist hangt waar ik niet in durf te stappen. M’n horloge gaf al een uur aan dat m’n hart meer dan 170 bpm sloeg. En op dat zware moment, zelfs toen ik vertraagde, compleet rood uitsloeg.
Ik was moe, warm maar ook met een aarzeling. “Ik moet nu even stoppen, anders gaat er iets niet goed”. Maar dan blijk je na 30 seconden bijtanken bij een drinkpost weer rustig op te kunnen krabbelen om de laatste kilometer in 5:32min/km te doen! Er valt echt nog beter te trainen, maar ik heb ook weer meer over mezelf geleerd - zowel lichamelijk als mentaal. En juist in dit soort ervaringen schuilt de schoonheid van trailrunnen. Zoals Ralph Waldo Emerson ooit schreef: “In the presence of nature, a wild delight runs through the man, in spite of real sorrows”.
Afgelopen week even de hardlooppauzeknop ingedrukt en vanaf volgende week pak ik de draad weer op. Het wordt tijd om nieuwe doelen te stellen!
Be healthy. Now go running 🏃🏻♂️